Wat is wol?

Wol komt vooral van de vacht van het schaap. Vooral in Australië, Nieuw Zeeland en ook China worden de meeste schapen gehouden voor de productie van wol. De dikke harige wollen vacht van de dieren zijn anders dan ons menselijk haar: het heeft namelijk schubben en is gekroesd, waardoor de warmte goed behouden blijft. De oorspronkelijke vacht had als doel, behalve natuurlijk de warmte-isolatie, dat daardoor de huid van de schapen die vaak in ruig terrein leefden niet beschadigd werd. Werd oorspronkelijk de dikke vacht op natuurlijke wijze uitgedund doordat deze dieren door doornachtige struiken liepen, tegenwoordig heeft men door doelbewust fokken het schaap een enorme vacht gegeven waardoor er zoveel mogelijk wol voor productie gebruikt kan worden. De schapen die speciaal voor de wol gehouden worden, worden dan ook twee maal per jaar geschoren.

Door de schubvormige structuur is het uitermate geschikt om te spinnen: de vezels haken gemakkelijk in elkaar en vormen dan een goede stevige draad.

Wolsoorten

Je hebt diverse soorten wol:

Scheerwol is de geschoren wol van een levend schaap. Kleding van scheerwol gemaakt is te herkennen aan het internationale wolmerk: het bolletje wol.

Blootwol of plootwol is de geschoren wol van een dood schaap, vaak van de geslachte schapen na een chemische behandeling van de huiden.

Dan heb je ook nog scheurwol. Dit is meestal een wolsoort van mindere kwaliteit, vaak uit weefselafval van de textielindustrie of herwonnen van gedragen kleding.

Wol kriebelt?

Uit de schapenvacht haalt men diverse wolvezels. Deze wolvezels variëren in dikte, namelijk tussen de 10 micrometer voor de fijne wolvezels tot ongeveer 40 micrometer. De dunste wolvezels geven de minste irritatie op de huid, maar de meeste mensen krijgen de kriebels van wol als deze dikker is dan 28 micrometer. Dit wordt dan het jeukpunt genoemd. Vandaar dat tegenwoordig er voor gezorgd wordt dat de wolvezels dunner zijn dan 28 micrometer.

Van buiten naar binnen bestaat de wolvezel uit vier lagen:

  • De hoornachtige schubbelaag (cuticula)

  • Een tussenmembraan (subcutis)

  • Een schorslaag (cortex)

  • Het merg (medulla)

De wol die op een schaap groeit is niet overal gelijk, waardoor ook de kwaliteit verschilt. Men onderscheidt:

  • Wol van de flanken, schouders en rug

  • Wol van de dijen

  • Wol van de buik

  • Wol van de overige delen.

Eigenschappen van wol

Wol houdt heerlijk warm! Door de structuur van de vezels is het goed isolerend qua warmte en vocht. Maar deze open structuur kan ook weer slecht tegen wind; deze waait er weer gemakkelijk doorheen. Ook heeft wol een elastische eigenschap door de veerkrachtige vezels waardoor de wollen kleding zacht aanvoelt en geneigd is naar zijn oorspronkelijke vorm terug te keren. Het kan kreuken, maar deze verdwijnen ook weer snel. Een nadeel van echte wol is dat het moeilijk wasbaar is, dit heeft echt aandacht nodig, wil het niet vervilten.

Productieproces van wol

Het houden en fokken van schapen is tegenwoordig ook vaak een productmatig proces, m.a.w. dat de opbrengst zo hoog mogelijk moet zijn en de kosten van het houden van de schapen zo laag mogelijk.
In de gangbare schapenhouderij worden de schapen 1 tot 2 maal per jaar geschoren en het schaap heeft dan nog ongeveer 2 cm vacht over, waarna deze meteen een ontsmettend bad krijgt tegen de parasieten. De vacht kan daarna weer aangroeien. De geschoren vachten worden opgerold en verpakt in de zogenaamde wolbalen. De wol, vervuild met natuurlijk vet, maar ook met zweet, gras, urine- en ontlastingresten, wordt van het vuil ontdaan voor de fabricage van de machinale wol.

Handgesponnen wol

Voor handspinners is het echter beter en fijner om de wol zo vet mogelijk te spinnen; dit is makkelijker en de draden grijpen beter in elkaar, ofschoon niet iedereen dit prettig vindt. Om zelf te spinnen is het noodzakelijk om de vacht te scheiden in delen die makkelijk gesponnen kunnen worden (de rug en de buikgedeelten) en delen waarvan de vezels dichter en korter zijn en ook meer gevuld met vuil. Vaak kan de wol van de rug zo gesponnen worden (ook afhankelijk van het (schapen)ras), maar de andere delen moeten echt gekaard worden. Door middel van dit kaarden (brede “kammen” met weerhaken) trek je de wol uit elkaar tot een “wollig geheel”.

       

Mede door het kaarden kan ook het vuil, zoals het gras en resten ontlasting etcetera, verwijderd worden. Door de verschillende delen van de vacht apart te spinnen, kan men een regelmatiger draad spinnen: hoe fijner de wol, hoe dunner de draad. Ook kan men natuurlijk kiezen voor een onregelmatige draad. Het spinnen, met een spintol of een spinnenwiel, is dat de wolvezels door middel van het draaien in elkaar gaan. De techniek is dit zo gelijkmatig mogelijk te doen. De dunne gesponnen draden kan men later, vaak ook op het spinnenwiel, in elkaar laten draaien. Dit is het zogenaamde “twijnen”. Men krijgt dan een nog sterkere en regelmatiger draad. Ook het volume van de draad wordt dan groter.

Na het handspinnen, en eventueel het twijnen, kan men de wol wassen, waardoor het overtollige vet en het restant van het vuil wordt verwijderd. Men kan de gesponnen wol, meestal van een wit schaap, ook dan verven. Er kunnen vooral heel mooie resultaten bereikt worden met natuurlijke producten, zoals bijvoorbeeld het verven met uienschillen of andere wolverfkruiden. De donkere wol van vachten van een zwart-bruin schaap blijft vaak ongeverfd. Deze kleur is van nature al mooi genoeg.

Onderhoud van (handgesponnen) wol

Wol komt van nature in aanraking van regen en wind, maar niet met zeep. Het heeft de voorkeur om de (handgesponnen) wol zo voorzichtig mogelijk te wassen, liefst met de hand en groene zeep (zie ook wassen van zuiver wol) of een andere speciaal wolwasmiddel zoals het natuurlijke Eucalan. Laat het even in een lauw tot handwarm sopje staan, spoel het daarna voorzichtig, zonder al te veel te bewegen, wederom in lauw tot handwarm water uit en leg het voorzichtig op een (speciaal wol) rek horizontaal te drogen. Knijp het wollen kledingstuk uit: niet wringen of centrifugeren!

Koop je wol welke machinaal is bewerkt, let dan goed op het waslabel op de wikkel. Vele soorten zijn zodanig geprepareerd dat zij met een fijnwasmiddel en het wolwasprogramma in de wasmachine gedaan kunnen worden, maar doe deze liever niet in de machinale droger en gebruik geen wasverzachter! Dit om teneinde teleurstellingen te voorkomen. (Zie ook "het wassen van wol")

Dieren waarvan de vacht ook voor wolvezels gebruikt kunnen worden

Er zijn heel veel soorten schapenrassen en ieder ras heeft zijn identieke wolsoort. Buiten de verschillende Nederlandse rassen, zijn er onder andere het Merinoschaap, de Gotlandschaap, de Wensleydale en de Karakul. Maar ook van andere dieren kunnen de vachtvezels gebruikt worden om te spinnen. Denk aan de lamasoorten, waaronder de Alpaca uit Zuid-Amerika, de geit, (o.a. de Kashmirgeit) de kameel, de Yak uit Mongolie, maar ook diverse andere diersoorten zoals het paard, diverse konijnenrassen (Angora) en hondenrassen lenen zich uitstekend voor het spinnen van hun vacht.
(Naar aanleiding van het filmpje in de media van het kaalplukken van Angorakonijnen is angorawol momenteel not done)

Sorteer op
  • Texels Schaap
    Texels Schaap

    Zie Nederlandse Schapenwol

  • Gotland Schaap
    Gotland Schaap

    Zie Gotland Pelswol

    Dit schapenras stamt van het Zweedse eiland Gotland. De wol van deze schapen is zacht met van nature gemêleerde grijze en bruine kleuren in veel variaties. Wij leveren deze wol in twee opties: gewassen, of…

  • Merino Schapen
    Merino Schapen

    Zie Merino Wol (tijdelijk uitverkocht)

  • Gammelnorsk Spelsau
    Gammelnorsk Spelsau

    Zie Noorse Schapenwol

  • IJslander
    IJslander

    Zie IJslandse wol

Nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Aanmelden

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.
© 2013 - 2024 eenrechteenaverecht | sitemap | rss